In Interieur verbeeldt Brakman van binnenuit een subtiele wraakoefening, gebaseerd op niets meer dan een al even subtiel gevoel van antipathie. De hoofdpersoon, een oudere vrijgezel, verinnerlijkt de gebeurtenissen in en rond een verlopen antiquariaat aan de westzijde van Den Haag, zodat ze door gevoelens van afstoting en aantrekking worden vervormd. Gebeuren sommige dingen misschien alleen in het hoofd, ook een soort interieur, van de held, de ik, de lezer? Zijn alle mannen rond Chrisje, het meisje voor dag en nacht, wel verschillende personen? Het lijkt erop dat Brakman de top van de realistische uitbeelding tracht te bereiken, en wel door de wereld weer te geven zoals wij hem waarnemen en overwegen binnen in ons `geliefde zelf .