De jaren 1950, toen Brussel oh la la en olijk was. De bekende schilder René Magritte - bolhoed, donker pak en een eeuwige pijp tussen de lippen - wordt aan de tramhalte getroffen door de verschijning van een jonge vrouw in een bloemetjesjurk. Terug thuis vertelt hij over dit visioen aan zijn echtgenote Georgette en vereeuwigt hij de jonge vrouw op doek. Enkele dagen later wordt diezelfde vrouw vermoord teruggevonden, met een geparfumeerde liefdesbrief en een boeket seringen. René en Georgette, beiden begiftigd met een gezonde dosis nieuwsgierigheid, besluiten op onderzoek uit te gaan.