De zon stond al hoog aan de hemel en verspreidde haar glinsterende licht over het stadje Mesquite. De droge woestijnwind deed stof opwaaien dat als een fijne sluier over de hoofdstraat lag. Het was een gewone maandagochtend en de algemene drukte van het stadje ging zijn gewone gangetje. Kooplui verkochten hun waren, huisvrouwen deden boodschappen en kinderen renden door de straten.
Sheriff Roy Smith zat in zijn kantoor, zijn laarzen omhoog en zijn hoed laag over zijn voorhoofd getrokken. Zijn hulpsheriff Mike Jones leunde nonchalant tegen de deur, zijn ogen waakzaam de weg afkijkend. Er was niet veel aan de hand - tenminste tot het moment waarop vijf vreemde ruiters rechtdoor de straat in reden, met een adembenemende snelheid op de bank afreden en voor het gebouw stopten.
Roy trok meteen zijn voeten van tafel en ging rechtop zitten. "Heb je de jongens eerder gezien?" vroeg hij terwijl hij door het raam gluurde. Mike schudde zijn hoofd.
"Nee, nooit gezien. Maar ik hou niet van de manier waarop ze bewegen."