In 1844 trekken zeven kinderen helemaal alleen door het verre westen van Noord-Amerika, dat dan nog een gevaarlijke, ruige wildernis is. Ze zijn op weg naar Oregon. Het wordt een barre tocht langs ongebaande wegen, door hagel- en sneeuwstormen. Ze hebben geen voedsel en geen water, en ’s nachts in de duisternis gloeien de ogen van wolven…
Een echte klassieker, en een ongelooflijk verhaal over moed en doorzettingsvermogen!