Sardinië, begin twintigste eeuw, de tijd dat alle kledingstukken nog op maat gemaakt worden. Een meisje leert alle kneepjes van het vak van haar grootmoeder: van zomen tot het aanbrengen van veters en knoopsgaten. Daarna begint ze als naaister aan huis te werken om zo haar eigen geld te verdienen. Haar naaimachine is haar weg naar vrijheid.
In elk huis, tijdens het opmeten, het knippen, het naaien, luistert ze naar de verhalen van eigengereide vrouwen om haar heen: de eigenzinnige Esther, die paardrijdt als een man en natuurkunde studeert, de vrijgevochten Amerikaanse Lily Rose die een pistool in haar korset verstopt en de hebzuchtige zussen Provera. In De stof in haar handen strijdt een jonge vrouw voor haar onafhankelijkheid en voor haar dromen, in een wereld die gedomineerd wordt door mannen.