Het aangrijpende verhaal van Jean Valjean begint met een gebeurtenis die hem zijn hele leven zal blijven achtervolgen: hij steelt een brood om zijn neefjes van de hongerdood te redden. Dit op zich onbeduidende incident komt hem echter op een zware gevangenisstraf te staan: hij wordt veroordeeld tot negentien jaar dwangarbeid.
Als hij na al die ellendige jaren wordt vrijgelaten, wil niemand meer iets met hem te maken hebben. Desondanks weet Valjean zich aan zijn verleden te ontworstelen en ontwikkelt hij zich tot een gerespecteerd burger.
Zijn criminele verleden blijft hem echter achtervolgen in de persoon van zijn aartsrivaal inspecteur Javert, die verbeten op hem blijft jagen vanwege zijn als dan niet vermeende misstappen. Hierdoor kunnen Valjean en zijn aangenomen dochter Cosette geen rust vinden en bewegen zij zich als paria’s door de maatschappij die zich kenmerkt door onrust, oproer en sociale misstanden.