In de jaren negentig waren Mink Kok, Stanley Hillis en Jan Femer grote spelers in de Amsterdamse onderwereld; er gingen miljoenen om in hun grootschalige handel in drugs en wapens. Daniel Belinfante, oud-buurjongen en beste vriend van Mink, maakte dit van dichtbij mee. Als lid van hun organisatie, de Delta-groep, was hij o.a. betrokken bij de beruchte IRT-affaire. In 1994 werd hij gearresteerd en hij bracht enkele jaren door in de gevangenis.
In Weg van de misdaad vertelt Belinfante openhartig over die periode van zijn leven. Hij beschrijft alles: de deals, de spanning, het geld, de wapens, het geweld, de lol en de loyaliteit. Ook kijkt hij kritisch naar zijn eigen rol in de gebeurtenissen. Waarom deed hij de dingen zo en waarom koos hij voor dit leven? Wat zijn de (soms snoeiharde) gevolgen voor familie en vrienden van criminelen? Wie ben je nog als je besluit om uit de criminaliteit te stappen en een 'gewoon' leven op te bouwen?
