Casablanca, de jaren 70. De elfjarige Zima woont met haar ouders, drie broers en twee zussen in een klein huisje. Het dak lekt en ze hebben weinig meubels, maar wel een grote hemelsblauwe kast 'waar de hele wereld in kan'. Er liggen ook verboden tijdschriften en boeken in van haar oudste broer Amrar, die lange haren heeft en 'voor het volk' is.
Op een dag komt Amrar niet meer thuis. Er volgen maanden van onzekerheid en zoeken. Zima's vader laat brieven schijven naar de koning en zijn ministers, haar moeder zoekt bij waarzeggers naar een spoor van haar zoon. En dan krijgen ze te horen dat Amrar veroordeeld wordt tot 12 jaar gevangenisstraf.
Joke van Leeuwen vertelt op haar geheel eigen manier, met humor en compassie, wat dat voor de rest van het gezin betekent. Ze baseerde zich voor dit boek op de verhalen die Malika Blain en haar broers en zussen haar vertelden over haar jeugd.