Jaap is een woerd, een mannetjeseend. Hij is verliefd op Gerdien. Maar Gerdien vindt Jaap maar een saaie tamme eend, zij droomt van verre tochten en avontuurlijke stoere woerden. Toch wordt het wat tussen die twee en ze krijgen zelfs dertien jonge eendjes.
Ook Jaaps zoon Kareltje, heeft het moeilijk met de liefde. Hij houdt van een andere woerd en die wil niets van Jaap weten. Eenden hebben veel problemen: jagers, ratten, roofvogels en eieren die niet uitkomen. Maar de liefde speelt de hoofdrol in hun leven. Daarom is er zoveel liefdesverdriet, maar vooral ook plezier! Want eenden zijn doorzetters, ze gaan altijd door met eten, broeden, vliegen, spelen en vrijen.