In Jonkvrouw van Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs is Marguerite van Male pas veertien-en-een-half, maar toch droomt ze al van de ridder die haar naar een kasteel in de wolken zal voeren. Maar de ridders die ze ontmoet zijn allemaal sufferds die niet bestand zijn tegen haar pittige karakter en haar opvliegende aard. En op een kwade dag beslist haar vader met wie ze die zomer zal huwen...
In haar eigen woorden vertelt Marguerite over haar vreselijke vossenhaar dat nooit in vorm blijft, over Willem die een meester is in de zoenkunde, over Roderik uit wiens kaakbeen ze een tand had geslagen, over de monnik Zannekin die stinkt als een varkenskot, over de vrije stad Brugge met haar knarsende uithangborden, over de boeken van haar moeder met hun smachtende liefdesverhalen, over de rode zweertjes in het gezicht van haar toekomstige echtgenoot en over de zwarte haat die ze voelt voor haar bloedeigen vader.
Jonkvrouw werd bekroond met de Thea Beckmanprijs 2005, de Boekenleeuw 2006 en werd genomineerd voor de Gouden Zoen.