Hanna (66), gescheiden, filmvertaalster, Abelien (68), weduwe met mooi pensioen, Patty (58), heel jong weduwe geworden, eveneens in goeden doen maar met eigenaardige bijverdiensten, en Toos (35), fluitiste-muzieklerares: al deze vrouwen spelen een rol in het leven van Ferdinand Ruys, echtgenoot van Diesje. Diesje heeft alzheimer, leeft in een verpleeghuis, haar geheugen gaat steeds meer op een gatenkaas lijken. Hoewel Ferdinand zijn vrouw wekelijks trouw blijft bezoeken, wordt zijn oude dag steeds ondraaglijker. Hij bestrijdt de leegte in zijn leven met het plaatsen van vrouwvriendelijke contactadvertenties (waarin hij zich afficheert als weduwnaar), die een veelheid aan nieuwe, onbevredigende relaties opleveren.
Alle personages in deze roman proberen meer of minder desolaat de liefde nog eenmaal bij de staart te grijpen. Maar de naderende horizon, het verlies van fysieke aantrekkelijkheid, het voortdurend opspelende verleden maken dat de hoop op geluk steeds meer afneemt. Toch storten de heldinnen en held zich met animo in het avontuur van nieuwe relaties, op zoek naar de herhaling van ooit gekend geluk.