Vuur en zijde lijkt in de verte op het verslag van een driehoeksverhouding: er is een vrouw, die is bij een verkeersongeluk omgekomen, en de tweepersonen die haar het naast gestaan hebben worden 'vijf jaar later' gedurende korte tijd gevolgd, ze zijn hoofdpersonen van de twee grote hoofdstukken waar Vuur en zijde uit bestaat, de een is naar de ander op weg, en ze kunnen geen van beiden nalaten vrijwel ieder ogenblik aan de gestorvene te denken, alsof die niet alleen het belangrijkste in hun leven is geweest, maar alsof die dat nog steeds is.