Bo is een geadopteerd weeskind dat slecht behandeld wordt door zijn pleegouders, die liever een meisje hadden gehad. Op een dag krijgt Bo een mysterieuze boodschap. Niet snel daarna bevrijdt hij een geest, die hem meeneemt mee naar het Land in de verte, waar zijn vader de koning op hem wacht. Hier blijkt dat zijn werkelijke naam Mio is.
Ondanks het feit dat Mio het heerlijk heeft bij zijn vader, schuilt er kwaad in het rijk. De wrede ridder Kato uit het Land daarbuiten rooft kinderen die hij in vogels betovert of een stenen hart geeft en in slaven verandert. Mio verlaat het veilige kasteel en trekt ten strijde.