Tanne groeit op op een boerderij bij de hei in de eerste helft van de vorige eeuw. Als kind is ze gefascineerd door de schrikwekkende verhalen over hel en duivel. Ze begint al vroeg te experimenteren met toverplanten en wordt een volleerde kruidenvrouw. Ze weet welke kruiden liefde opwekken, genezen, giftig zijn. Maar ze overschrijdt de grenzen en kwetst wie haar het dierbaarst zijn.
Jaren later wil haar kleindochter Yara, die schaapherder is, achterhalen wat er vroeger is gebeurd. De tijd dringt, want de stoko ude Tanne vecht met de duivel.
Wat is er waar van wat ze allemaal ziet en vertelt? Is de waarheid zonder wanen wel verteerbaar? En wat als Tannes duivel samen met haar groene ogen door de generaties reist?