Polleke is altijd een getalenteerd dichter geweest, maar het lijkt erop dat ze haar talent kwijt is sinds ze weet dat haar vader Spiek nooit een dichter zal zijn. Het gaat slecht met Spiek, hij is aan de drugs en zwerft door de stad. Op aanraden van haar vriendje Mimoen vertelt Polleke Spiek de waarheid: 'Je moet afkicken, pap. Anders kan ik het niet meer.' Spiek stemt toe, maar alleen als Polleke meegaat bij het afkicken. Ze schrikt ervan, maar besluit toch mee te gaan.