De jacht op de valse dollars, die begon in Drie jongens als circusdetective, wordt in dit boek verder beschreven. Het is al bekend geworden dat de valse dollars getransporteerd worden, verborgen in speelgoedtreintjes. De drie jongens worden door het Amerikaanse FBI, dat de leiding van de operatie toevertrouwt aan de agenten Masters en Strauss, ingeschakeld om het spoor van de dollars verder te volgen. Zij reizen met de D-trein van Den Haag naar Zürich, waar zich de speelgoedfabriek bevindt die de bewuste treintjes fabriceert. In Zürich aangekomen nemen Jan en Bob, die zich voordoen als verslaggevers van een Amerikaans blad over speelgoedtreinen, contact op met ir. Dausenberg van de speelgoedfabriek, wiens naam zij in Nederland al te weten waren gekomen. Bij een nachtelijke inval in de fabriek horen zij dat de valse dollars gemaakt worden in Noord-Afrika. Bob krijgt van Masters de opdracht met een van de smokkelbende buitgemaakte kaart in code ijlings naar Napels te gaan om contact op te nemen met een daar aanwezige crypto grafische expert van de FBI. De leden van het Zwitserse deel van de smokkelaarsbende worden aangehouden, op Sardoni na die achter Bob aangaat naar Napels.