Op het moment dat rechercheur De Cock zijn avonddienst wil afsluiten, om zich thuis bij zijn vrouw en een glas cognac te kunnen ontspannen, komt een jonge vrouw zijn kamer binnen. Zij is gespannen en gehaast en heeft een niet-alledaagse mededeling: er is een bronzen sacrofaag van haar gestolen, een sacrofaag waarop een vloek rust. Begripvol, maar ook enigszins sceptisch, horen De Cock en zijn onvolprezen assistent Vledder dit verhaal aan. Maar al spoedig verdwijnt elke twijfel: met die vloek is niets te veel gezegd. Een spoor van misdaad is het gevolg.