Een opdracht van inspecteur Onge
Description of the book
Jan Prins wordt in het holst van de ochtend door de politie van zijn bed gelicht en meegenomen naar het hoofdbureau in Amsterdam. Daar wordt hij met de nek aangekeken tot duidelijk is dat niet hij, maar ene J. Prinz opgebracht had moeten worden. Toch wordt Jan niet per omgaande en na honderd excuses naar huis gebracht, want inspecteur Onge van de recherche heeft een en ander met hem te verhapstukken. Onge heeft problemen met zijn collega's in Haaksbergen die Jan Prins en zijn vrienden Arie Roos en Bob Evers aan de tand willen voelen over ongeregeldheden in en bij een zomerhuisje in Buurse. Het kost Jan weinig moeite de inspecteur duidelijk te maken dat de mannen die daar diefachtige dingen deden, konden worden opgepakt dankzij het optreden van hem, Bob en Arie, maar de vraag waarom de jongens er daarna vandoor gingen, blijft lang hangen. Een van de mannen met wie de jongens in Buurse te maken hadden, was Horst Moeller. Hij verdween, maar duikt weer op in Domburg. Inspecteur Onge vermoedt dat Moeller in de Zeeuwse badplaats op iemand wacht, mogelijk zijn opdrachtgever. De vraag is niet belangrijk genoeg om de halve Zeeuwse politiemacht voor in actie te laten komen, maar Onge is nieuwsgierig en doet Jan, Bob en Arie een verzoek dat bijzonder veel lijkt op een opdracht: hou Moeller voor me in de gaten. In Domburg blijkt ook een man te zijn die in Twente Otto de Pruis werd genoemd. De jongens houden zowel Moeller als Otto de Pruis in het oog en ontdekken geheimzinnige goederenstromen in het havengebied buiten Vlissingen. De vragen waar ze mee te maken krijgen zijn: waarom vervoeren vier identieke bestelwagens dozen van een container naar een afgelegen schuur en hoe zorgen we er voor dat een truck met oplegger niet van zijn plaats komt voor we inspecteur Onge hebben gewaarschuwd?