Als kind raakt Titus gefascineerd door bloed, zo sterk dat hij later besluit medicijnen te gaan studeren. Hij leert de mooie Roos kennen, die hij moet delen met zijn beste vriend Pieter. Dan blijkt dat Roos aan een nog onbekende ziekte lijdt. Titus bijt zich vast in het onderzoek.
‘In welk onderwerp ze zich ook verdiept, Kristien Hemmerechts voert je met vaste hand ergens naartoe waar je nog niet eerder was.’ – Connie Palmen
‘Originele observaties (…). Een betovering die schuilt in duistere woorden.’ – de Volkskrant