Op de dag van de start van de veertiende Tour de France, op 29 juni 1914, werd in Sarajevo aartshertog Frans Ferdinand vermoord. Vijf dagen nadat Philippe Thys in Parijs als winnaar was gehuldigd, werd in die stad de socialistische leider Jean Jaurès vermoord en nog eens drie dagen later verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog.
Het westelijk front van de Eerste Wereldoorlog lag in een van de kerngebieden van wat nog een jonge, maar al buitengewoon populaire sport was: wielrennen. De oorlog eiste de levens van naar schatting negen miljoen mensen, onder wie tientallen wielrenners uit Duitsland, Italië, Frankrijk en België. De beroemdste drie fietsende slachtoffers waren Oscar Lapize, Lucien Petit-Breton en Francois Faber: samen goed voor vier Tourzeges.
Jeroen Wielaert trok langs de slagvelden, ging op zoek naar de verhalen van de gesneuvelde helden uit de oertijd van het wielrennen en ontmoette en passant de kleindochter van één van hen.
Een coproductie van wielertijdschrift De Muur en Fosfor Longreads.