Neven
Om bogen
Er is waarschijnlijk één straf erger dan de rolstoel, en dat is te moeten toezien hoe een
ander in jouw plaats in die rolstoel zit, en daar voor altijd in zal moeten blijven zitten.
Zonder te denken of te praten, met alleen wat geluiden af en toe, en soms een automatische
beweging van een arm, een schouder of een been. (Vegetatief, hoort hij wel eens
zeggen.) Dit alles denkt Robert Oosterhof als hij zijn neef Arie een jaar na de aanslag
ophaalt uit een instelling, voor een tripje naar een Waddeneiland. Een vergissingsaanslag
was het – of heeft Robert de daders een handje geholpen om in plaats van hem
zijn neef Arie te grazen te nemen?
De neven lijken als twee druppels water op elkaar. Alles hebben ze samen gedaan,
vanaf hun vroegste jeugd. Opgroeien. Studeren. De wiethandel. Alles, totdat Arie zijn
hoek van de handel verkoopt en Robert alleen in hun oude leven achterlaat, dat intussen
in handen is van een nieuwe generatie criminelen: serieuzer, en meedogenlozer.
Robert had zich hun leven altijd voorgesteld als een zeldzaam verhaal van liefde, loyaliteit
en verbondenheid. Maar naarmate de tocht naar de Wadden vordert en moeizamer
wordt, vraagt hij zich steeds meer af: klopt het wel wat ik altijd heb gedacht? Hebben
we wel alles samen gedaan? Lijken wij wel net zoveel op elkaar als we altijd hebben
aangenomen?
Neven is een onthutsende, zwartkomische noodlotsroman. Over de vraag of we elkaar
willen, moeten, kunnen redden. Of we ons moeten verzetten tegen het noodlot of dat
beter kunnen omhelzen.