‘Bloedblaren’ van Naomi Rebekka Boekwijt gaat over Liv, een jonge vrouw in psychische nood, die vecht door te sporten en een huis te verbouwen voor een bestaan uit de schaduw en in het licht. Ze leeft volgens een strikt schema van werken, trainen, slapen. Maar is haar extreme vorm van sporten een manier om de beste versie van zichzelf te worden of een verkapte vorm van zelfbeschadiging?
In het compromisloze en aangrijpende ‘Bloedblaren’ onderzoekt Boekwijt wat het betekent om psychisch te lijden en toch de kracht te vinden te blijven leven. Ze legt hierbij niet alleen de kern van haar schrijverschap bloot, ook dringt ze door tot haar kern als mens: het diepe verlangen gezien te worden, al is het maar door één persoon.
Manon Uphoff omschrijft Boekwijt als ‘zeer, zeer getalenteerd’. A.H.J. Dautzenberg voegt hieraan toe dat ‘“Bloedblaren” leest als een literaire battle tussen Alex Boogers en Marieke Lucas Rijneveld.’