Van het besef dat van al wat is uiteindelijk slechts een verhaal overblijft - daarvan zijn de gedichten van Hester Knibbe doordrongen. Niet ten onrechte wordt haar poëzie daarom wel gekenschetst als poëzie over vergankelijkheid, rouw en verlies. Toch doet men Knibbe onrecht haar werk alleen maar in dat kader te zien. Haar gedichten zijn op zijn minst de vrucht van eigenzinnige observaties, zij kijkt naast het algemene om het bijzondere te zien en legt nieuwe, onverwachte verbanden. Naar de vorm lijkt haar poëzie klassiek, maar gebaande paden worden telkens op listige wijze ondermijnd, ontwegwijzerd of verlaten.