Een tevreden lach, de roman waarmee schrijver en criminoloog Andreas Burnier in 1965 debuteerde, werd direct bij verschijnen als een sensatie ervaren en bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. De roman heeft niets aan kracht ingeboet. Xandra Schutte vindt de roman ‘vijftig jaar later nog springlevend’ en omschreef het als ‘een achtbaan waarin verhaal, essayistische terzijdes, overmoedige wisecracks en poëzie in hoog tempo voorbij schieten. Wanhoop en roekeloosheid, melancholie en provocatie, ernst en ironie wisselen elkaar voortdurend af, en dat in een volstrekt eigenzinnige stijl’. Volgens Rosanne Hertzberger is Burnier ‘een geestverwant, een rolmodel, grootmoeder der dwarsdenkers’ en moet ze herontdekt worden.