1967, Londen. Odelle Bastien, afkomstig uit Trinidad, krijgt een bijzonder schilderij onder ogen. Het is waarschijnlijk werk van Isaac Robles, een veelbelovende moderne Spaanse kunstenaar, die in de jaren veertig voortijdig stierf, in onduidelijke omstandigheden. Door dit schilderij raakt Odelle verstrikt in een kluwen van misleiding en mysterie waar ze geen raad mee weet.
De tweede verhaallijn speelt dertig jaar eerder, in Andalusië tijdens de Spaanse burgeroorlog. De jonge Teresa Robles en haar revolutionaire halfbroer Isaac grijpen hun kans op een beter bestaan als de negentienjarige Olive Schloss in hun dorp komt wonen. Achter de schermen helpen ze Olive zodat zij haar artistieke talent kan uitleven.
De verwoestende gevolgen dreunen nog tientallen jaren later door.
Voor De muze liet Jessie Burton zich inspireren door een schilderij van Goya dat in het Prado te Madrid hangt. Het verhaal speelt zich af in het chaotische Spanje van de jaren dertig en het zinderende Londen van de jaren zestig, rond vier hoofdpersonen. Het is een verleidelijke, opwindende, spannende roman over ambitie en identiteit, over liefde en obsessie, authenticiteit en bedrog.
‘De manier waarop de schrijfster de personages tot leven schopt, is het meest overtuigend.’ De Standaard
‘Een fabelachtig boeiende leeservaring.’ The Observer