New York, 1884. De ongehuwde Sara Smythe krijgt de kans van haar leven als ze door architect Theodore Camden wordt gevraagd om conciërge te worden van het pas opgeleverde Dakotagebouw. Sara neemt de baan aan, maar wordt verliefd op Theo.
In 1985 is binnenhuisarchitecte Bailey Camden net uit een afkickkliniek ontslagen, ze is werkloos en heeft geen dak boven haar hoofd. Haar grootvader was een beschermeling van Theodore Camden, maar omdat een bloedband ontbreekt kan ze geen aanspraak maken op het familiefortuin. Haar ‘nicht’ Melinda is wél een directe afstammeling. Wanneer Melinda Bailey een klus aanbiedt om haar appartement in het Dakota te renoveren, grijpt ze die met beide handen aan. Het Dakotagebouw heeft al snel geen geheimen meer voor haar en Bailey doet een paar ontdekkingen met verregaande gevolgen…
Een meeslepende roman over de dunne lijn tussen liefde en obsessie, succes en verval, passie en waanzin.