Eind oktober 2004. Als informant van de AIVD rapporteert de jonge Nederlandse Marokkaan Hamid Mansur aan zijn superieur De Wolf dat de Hofstadgroep een aanslag beraamt op een bekende Nederlander. Wanneer De Wolf kort daarop wordt vermoord, is Hamid hoofdverdachte. Op de vlucht voor zowel Justitie als de Hofstadgroep kan hij niet anders dan wanhopig achter de waarheid zien te komen.
Dan ontvangt misdaadverslaggeefster Puck Labrie een intrigerend anoniem bericht waarin staat dat de dood van De Wolf niets met Hamid of de Hofstadgroep te maken heeft maar alles met de moord op Pim Fortuyn, ruim twee jaar eerder. Tegelijkertijd wil Theo van Gogh in Amsterdam bewijzen dat de dood van zijn vriend Fortuyn een complot was om de aankoop van de JSF veilig te stellen. Wanneer Puck en Hamid, onder levensgevaarlijke omstandigheden, achter de identiteit van de bekende Nederlander komen, is het de vroege ochtend van de tweede november.