Zeven vrienden en een hond vieren vakantie in Caviano, aan de rand van het Lago Maggiore. De vakantie-idylle raakt verstoord als een van hen, de door iedereen beminde Kate, op een morgen de bergen in trekt en nooit meer terugkomt.
Vijf jaar later komen de vrienden weer bij elkaar, in hetzelfde huis. Maar zonder Kate is het cement uit de vriendschap verdwenen en maakt men elkaar bittere verwijten. En op de achtergrond is er de schrijver, die via de omweg van de vrienden, zijn herinnering aan Kate probeert levend te houden. Een roman met de schaduw van melancholie.