In een klein dorp aan de Oder drijven Abel Hradscheck en zijn vrouw Ursel rond 1850 een bloeiende herberg en groothandel. Maar Abel is verslaafd aan gokken en heeft speelschulden. Wanneer zijn schuldeiser betaling eist, overtuigt Abel zijn vrouw ervan mee te werken aan een ingenieus moordplan, waardoor de schuld in een keer verdwenen is. In het plan speelt het twintig jaar oude lijk van een Franse soldaat, dat Abel bij toeval in zijn tuin ontdekte, een belangrijke rol. Alles lijkt te verlopen zoals Abel het had uitgedacht, maar hij heeft geen rekening gehouden met een spelbreker: hijzelf.