Na de scheiding van haar ouders vertrouwt de dertienjarige Franka niemand meer. Haar beste vriendin heeft ze al maanden niet gesproken en haar moeder lijkt maar niet te snappen waarom ze niet naar haar vader wil. Als ze toch naar hem toe moet, besluit ze weg te lopen.
Orkun voelt zich vreselijk schuldig over de dood van zijn buurman Wessel. Als Wessels kat, Pamoek, gaat zwerven en Orkun verhuist, besluit hij de kat in het diepste geheim mee te nemen.
Een kat verbergen valt niet mee. Orkun hoopt op hulp van zijn nieuwe buurmeisje Franka. Maar hoe vraag je hulp aan iemand die niemand vertrouwt? En wat als zij Pamoek naar het asiel besluit te brengen?